Knie

springersknie (jumper's knee)

SpringersknieEen springersknie (jumper's knee) is een chronische blessure van de knieschijfpees. Deze blessure ontstaat meestal door overbelasting van de knieschijfpees. Het komt daarom vaak voor bij sporters die veel springen zoals volleyballers, handballers en basketballers vandaar de naam springersknie. Ongeveer tien procent van de basketballers, volleyballers en handballers kampt met deze blessure. Bij topspelers heeft meer dan dertig procent er last van.

Door overbelasting ontstaan er kleine beschadigingen in het peesweefsel. Dit geeft pijn net onder de knieschijf die bij belasten steeds erger kan worden. Deze vervelende blessure gaat meestal niet vanzelf over en wordt na verloop van tijd steeds erger. 

Er bestaat helaas nog geen goede behandeling voor deze blessure. Rust, medicijnen, oefeningen, fysiotherapie, injecties en zelfs een operatie zijn lang niet altijd succesvol om sporters van hun klachten af te helpen. Daarom wordt er gezocht naar nieuwe behandelmethoden.

In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat shockwavetherapie  bij diverse peesaandoeningen een zeer gunstig effect op de klachten kan hebben.

Oorzaak

De bekendste risicofactor is deelname aan sporten zoals volleybal en basketbal waarbij (explosief) springen een belangrijk onderdeel is. Andere mogelijke risicofactoren zijn toegenomen training met gewichten, bepaalde springtechnieken, slecht schoeisel en een harde ondergrond, grote lichaamslengte en standsafwijkingen van de knieschijf.  Springersknieën door werk komen waarschijnlijk alleen voor bij beroepsgroepen waarbij explosief strekken van de knie een onderdeel is van het beroep en/of de training voor het beroep.

Om de diagnose te kunnen stellen moet er sprake zijn van meer dan zes weken bestaande pijn ter hoogte van de knie,toename van pijn tijdens activiteiten zoals springen, klimmen, hardlopen of traplopen. Pijn en / of crepitaties (knarsen, kraken) bij aftasten van de pees van de knieschijf. Lokale pijn bij een aantal testen zoals het verrichten van diepe kniebuigingen of snelle strekking van de knie.

Springersknieën komen vooral voor bij professionele volleybalspelers (44%) en basketballers (31%).  Mannen (14%) hebben vaker een springersknie dan vrouwen (6%).

Behandeling

De effectiviteit van de shockwave behandeling hangt af van het echografisch onderzoek. Met behulp van het echografisch onderzoek wordt het slagingspercentage verhoogd. Het slagingspercentage ligt tussen 70-75%. De behandelfrequentie ligt tussen 3-5 behandelingen, met een behandelinterval van 7-9 dagen.

Arthrose in de knie.

De knie bestaat uit twee botstukken welke uiteinden zijn bekleed met kraakbeen. Raakt dit kraakbeen van het gewrichtsoppervlak beschadigd, dan is er sprake van slijtage, wat ook wel arthrose (of artrose) wordt genoemd.

Oorzaken

Slijtage van de knie kan veroorzaakt worden door een ongeval waarbij er sprake is van een botbreuk die in het kraakbeen van het kniegewricht doorloopt. Ook wanneer een meniscus volledig wordt weggehaald treedt in 75% van de gevallen na tien jaar slijtage op van dat deel van de knie waar de meniscus is verwijderd. Slijtage kan ook optreden na infectie en na een kapotte knieband.

In de meeste gevallen is er geen oorzaak te vinden van de slijtage. Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen en ontstaat er slijtage.

Klachten

Slijtage van de knie veroorzaakt pijn. Wanneer de slijtage zich ter hoogte van de knieschijf bevindt dan is de pijn aan de voorzijde van de knie gelokaliseerd. Is de slijtage aan de binnenkant van de knie dan heeft de patiënt pijn aan de binnenzijde. Zit de slijtage aan de buitenzijde van de knie dan heeft de patiënt pijn aan de buitenzijde van de knie. Bij een versleten knie treedt de pijn meestal op bij lopen, traplopen en lang staan. Fietsen levert in de regel veel minder klachten op.

De pijn wordt niet veroorzaakt door het kraakbeen zelf of het onderliggende bot. De pijn wordt veroorzaakt doordat kleine stukjes kraakbeen welke losraken van het gewrichtsoppervlak door het gewrichtskapsel worden ingevangen en daar een lokale irritatie, ook wel ontsteking genoemd, veroorzaakt. In het beginstadium treedt de pijn dan ook niet op tijdens een inspanning maar meestal enkele uren daarna. In een vergevorderd stadium is de pijn de hele dag door aanwezig en is meestal 's morgens het ergst als de patiënt op gang moet komen. Dit wordt wel startpijn genoemd. Na een minuut of tien in beweging te zijn geweest worden de pijnklachten dan weer minder.

Behandeling

De effectiviteit van de shockwave behandeling hangt af van het echografisch onderzoek. Met behulp van het echografisch onderzoek wordt het slagingspercentage verhoogd. Het slagingspercentage ligt tussen 50%-75%. De behandelfrequentie ligt tussen 6-8 behandelingen, met een behandelinterval van 7-9 dagen. De resultaten zijn bij deze aandoening zeer wisselend.